Skip to main content

Auteur: admin

De perfecte reisroute door Jordanië

Bij Jordanië denk je misschien als eerste aan Petra, een van de Zeven Wereldwonderen. Deze trekpleister mag dan ook uiteraard niet ontbreken tijdens je reis door Jordanië. Toch biedt het land nog veel meer magische plekken, waarvan velen nog relatief onontdekt zijn. En dat binnen een oppervlakte waar Nederland maar twee keer in past. Ideaal voor een roadtrip van 12 dagen dus! Huur een auto en

ontdek de vijf onderstaande bestemmingen.

  1. Amman

  2. Dode Zee

  3. Petra

  4. Wadi Rum Desert

  5. Aqaba

Amman

Aantal nachten: 2

Luxe verblijf: Amman International Hotel

Budget verblijf: Antonio Amman Hotel

Tip: Bekijk de zonsondergang vanaf de Citadel

Als je een retourtje vanaf Amsterdam boekt, kom je voor de beste prijs uit op hoofdstad Amman. Stap bij Queen Alia International Airport in de huurauto en maak de eerste 35 kilometers naar het centrum van Amman. Je zult meteen ervaren in een compleet andere wereld terechtgekomen te zijn. Ook het centrum van Amman zelf is (logischerwijs) niet vergelijkbaar met dat van een westerse hoofdstad. De gebouwen in het oude centrum zijn afgebrokkeld, veelal kleurloos. De verhouding tussen villa’s buiten de stad en stoffige krotten in delen van het centrum is schrijnend. En tot slot is het een kunst om van punt A naar punt B te rijden, gezien iedereen zich al toeterend tussen de oneindige files door manoeuvreert.

Desondanks, of misschien juist daarom, gaf deze stad mij een adrenaline kick. En ik moet er ook zeker niet aan voorbij gaan dat Amman wel degelijk leuke hotspots heeft. Het antieke en goed bewaard gebleven Romeinse theater is ’s avonds – wanneer hij verlicht is – zeker een bezoekje waard. Daarnaast is Amman op zeven heuvelen gebouwd, waardoor er altijd wel een mooie plek te vinden is vanaf waar je de zonsondergang kan bekijken. Vergeet tot slot niet om een wandeling over Rainbow Street te maken en om de traditionele street food te proberen.

 

Dode Zee

Aantal nachten: 2

Luxe verblijf: Hilton Dead Sea Resort & Spa

Budget verblijf: Ramada Resort Dead Sea

Tip: Ga op canyoning avontuur in Wadi Mujib

Het staat op de bucketlist van menig reisliefhebber: dobberen in de Dode Zee, het liefst met een boek in de hand. In tegenstelling tot zijn naam, is de Dode Zee een meer. Met een waterpeil van 430 meter onder zeeniveau (2015) is het het laagste plekje op aarde.

Helaas daalt dit waterpeil de laatste jaren met maar liefst 1 meter per jaar (!), als gevolg van de uitputting van zijn enige watertoevoer: de Jordan River. Waar sommige resorts tien jaar geleden nog pal aan de Dode Zee lagen, moeten hun gasten tegenwoordig honderden meters lopen om het strand te bereiken. In 2013 waren de drie omliggende landen (Israël, Palestina en Jordanië) tot een akkoord gekomen om het voortbestaan van de Dode Zee te garanderen, door watertoevoer vanuit de zuidelijker gelegen Rode Zee te financieren. Dit project ligt helaas anno 2021 volledig stil. Gelukkig is Friends of the Earth Middle East – een organisatie bestaande uit milieuactivisten uit de drie landen – momenteel bezig met verschillende projecten om volledige droogte in de Jordan Valley te voorkomen.

Lucky for you! Want drijven in de Dode Zee is inderdaad iets wat je een keer in je leven gedaan moet hebben. Voor de ultieme ervaring laat je je van top tot teen insmeren met modder afkomstig uit de bodem van het meer. Deze laat je even op je lichaam drogen, om vervolgens tien minuten in de Dode Zee te dobberen. Je huid zal hierna een stuk zachter aanvoelen, door de mineralen en zouten waar de modder rijk aan is. Tot slot spoel je nog even de laatste modderresten van je lichaam af onder de douche op het strand.

Eerlijk is eerlijk, zonder enige moeite dobberen in de Dode Zee is een bijzondere ervaring, maar het is wel iets dat je letterlijk van je bucketlist afvinkt. Check! What’s next? Met twee nachten aan de Dode Zee kan je heerlijk bijkomen van je eerste indrukken van Jordanië om vervolgens de reis te vervolgen richting het zuiden.

Voor wie net als ik altijd op zoek is naar een adrenaline rush, is canyoning door Wadi Mujib een echte aanrader. Vanaf ons verblijf was het maar een klein half uurtje rijden naar deze indrukwekkende kloof aan de Dode Zee. In een andere post zal ik snel meer vertellen over deze toffe activiteit.

Petra

Aantal nachten: 2

Luxe verblijf: Petra Marriott Hotel

Budget verblijf: Petra Cabin Hostel

Tip: Draag stevige (wandel)schoenen

Binnen drie uurtjes rij je vanaf de Dode Zee naar het volgende hoogtepunt: Petra, één van de Zeven Nieuwe Wereldwonderen. Deze route op zich is al indrukwekkend en brengt je door een bergachtig landschap, langs kleine dorpjes en natuurreservaat Dana. Het eindpunt is het toeristische dorp Wadi Musa, waar je de keuze hebt uit tientallen ho(s)tels die als uitvalsbasis dienen om het naastgelegen Petra te bezoeken. In dit geval is een verblijf van twee nachten ideaal als je één dag voor Petra wilt uittrekken.

Zoek naar foto’s van Petra en je zult het bekende plaatje van de oude schatkamer (the Treasury) vinden. Petra is echter veel meer dan enkel deze architectonische parel. Het is een volledige stad waar vóór het begin van onze jaartelling de Nabateeërs woonden. Dit intelligente volk heeft op een bijzondere manier de stad Petra gecreëerd, door gebruik te maken van de natuurlijke kloven, ravijnen en bergketens in het gebied. In de gigantische rotspartijen hebben ze meer dan duizend gebouwen uitgehouwen, waarvan de schatkamer de populairste is. Vergis je dus niet in de grootte van Petra! Je kan hier op je gemak een hele dag rondstruinen, om zelfs dán nog niet alles gezien te hebben.

Verdwalen hoef je gelukkig niet, want er loopt een vrij duidelijke route vanaf de entree (Petra Visitor Center) langzaam omhoog naar het uiterste puntje van Petra. Je begint in de Siq, een lange en smalle kloof, waaruit uiteindelijk de Treasury tevoorschijn komt. Na ongeveer twee uur lopen door de oude stad vol mooie sculpturen bereik je een trap van 800 treden die je naar de Monastery leidt, het eindpunt. Let op: dit is weliswaar het eindpunt van Petra, maar niet de uitgang. Je zult dezelfde route terug moeten bewandelen om Petra bij het Visitor Center weer te kunnen verlaten. Op de terugweg wandel je weliswaar naar beneden, maar reken er maar op dat er verzuring in je benen optreedt. En dat bij 35 graden.

Wij kozen ervoor om Petra via een alternatieve route te bezoeken, waar de meeste toeristen niet vanaf weten. Het is namelijk mogelijk om je door een gids met een jeep af te laten zetten in de bergketen die achter Petra ligt. Ik zal binnenkort in een speciale post meer vertellen over deze geheime achteringang van Petra.

Wadi Rum Desert

Aantal nachten: 1

Luxe verblijf: Memories Aicha Luxury Camp

Budget verblijf: Salman Zwaidh Camp

Tip: Boek een jeep tour door de woestijn

Net wanneer je denkt de hoogtepunten van Jordanië gezien te hebben, komt daar de Wadi Rum in het zicht. Waar de meeste woestijnen bestaan uit een uitgestrekte (zand)vlakte, wordt de Wadi Rum Desert vaak vergeleken met Mars. Het unieke beeld van het oranje zand en de gigantische roodbruine rotspartijen, afgetekend tegen de strakblauwe lucht, maakte het een prachtig decor voor de film Lawrence of Arabia.

En dus is het ook een prachtig decor voor een tussenstop tijdens je bijzondere roadtrip door Jordanië. De woestijn wordt bewoond door bedoeïenen. De meesten halen tegenwoordig hun inkomsten uit overnachtingen van toeristen. Er zijn tientallen bedouin camps te vinden in de Wadi Rum Desert, waar je van tevoren online een slaapplek kan reserveren. Een overnachting in de woestijn is een ervaring die niet mag ontbreken tijdens je reis. Wij kozen na goede recensies te hebben gelezen voor Salman Zwaidh Camp en ik kan je dit kamp meer dan aanbevelen. Er zijn ook prachtige luxe kampen, maar die wegen wat mij betreft niet op tegen de gastvrijheid en de bedoeïenen ervaring bij Salman Zwaidh.

Je parkeert de huurauto bij het Wadi Rum Visitor Center, waar je met een jeep wordt opgehaald om verder door het woestijnzand naar het kamp te rijden. Eenmaal daar word je hartelijk verwelkomd door Mohammed met Jordaanse thee. Internet is er uiteraard niet in de woestijn, maar aan vervelen zal je niet toekomen. Er zijn verschillende activiteiten die je van tevoren vast kan leggen bij de bedouin camps. Met een jeep tour word je langs verschillende hotspots in de woestijn gereden, waaronder oude tekeningen in de rotswanden, een zandhelling die ideaal is voor sand boarding en beeldwerken die zijn gemaakt naar aanleiding van Lawrence of Arabia. De plekken waar je langskomt zijn zeker een foto (of honderd) waard, maar alleen al het rijden dwars door de Wadi Rum is onwerkelijk. Kies voor de sunset variant en sluit de tour af bovenop een rotspartij, vanaf waar je de magische zonsondergang kunt beleven.

Bij terugkomst bij het kamp wordt ondertussen op een bijzondere, traditionele manier het avondeten bereid. Het vlees en de groenten worden op een tree van platen gelegd. In het zand hebben ze een gat precies ter grootte van deze tree gegraven. Het avondeten laten ze ‘s middags al in dit gat zakken. De deksel gaat erop, waarna het eten langzaam kan garen onder de hete woestijngrond. ‘s Avonds wordt de tree uit de grond gehaald en het buffet opgediend. Samen met andere reizigers die in het kamp verblijven geniet je van een heerlijke maaltijd, bereid in de grond van Wadi Rum. Met als dessert een kopje thee natuurlijk. Ondertussen wordt het snel donker en verandert de lucht in een prachtige, heldere sterrenhemel. Wat wil een mens nog meer?

Na een eenvoudig ontbijt is het tijd om afscheid van Mohammed te nemen. Hierna kan je je terug laten brengen naar het Visitor Center, om aan het laatste stuk van de roadtrip te beginnen. Met een onwerkelijke, memorabele ervaring extra op zak.

Tip: zet je wekker vroeg voor de zonsopkomst! De kans is groot dat je rond die tijd tóch al wakker wordt, omdat het niet de meest comfortabele nacht zal zijn. Dus hup, je bed uit, op zoek naar een uitzichtpunt om de woestijn weer langzaam oranje te zien kleuren!

Aqaba

Aantal nachten: 4

Luxe verblijf: Mövenpick Resort

Budget verblijf: Bedouin Garden Village

Tip: Ga snorkelen bij South Beach

Aqaba is de enige havenstad van Jordanië, gelegen op het meest zuidelijke puntje van het land. Het is een badplaats aan een inham van de Rode Zee: de Golf van Aqaba. Aqaba heeft een wat internationaler karakter dan de hoofdstad Amman. Er is een modern winkelcentrum, hier en daar een park, en aan de hoofdstraat zijn bekende fastfoodketens te vinden. Met vier overnachtingen in een accommodatie aan het strand is Aqaba een perfecte, relaxte afsluiter van je reis.

De Rode Zee staat bekend als waar duikparadijs, door de vele koraalriffen en de rijke onderwaterwereld. De duikers onder ons kunnen hier dus hun hart ophalen. Voor wie net als ik (nog) niet over een duikbrevet beschikt, is snorkelen een heel leuk alternatief. Ik kan Nemo Dive Center aanbevelen als plek om een snorkeluitrusting te huren. Het ligt een stukje buiten het centrum van Aqaba en is met de auto goed te bereiken. Als je ter hoogte van Nemo Dive Center via South Beach de Rode Zee inloopt, hoef je niet lang te zwemmen om al bij een prachtig, kleurrijk koraalrif uit te komen. En je kan hiervoor gewoon op het wateroppervlak blijven zwemmen, omdat het koraal tot op grote hoogte rijkt. Neem dus zeker een onderwatercamera mee! Binnen no-time spot je honderden kleine vissen en als je goed zoekt kan je Nemo vinden. Ook schildpadden schijnen hun thuisbasis in dit stukje van de Rode Zee te hebben, hopelijk heb jij het geluk om ze tegen te komen.

Je kan naast het ontdekken van de onderwaterwereld ook van activiteiten op het water genieten. Waterskiën achter een boot, cruisen op een jetski, de lucht in met parasailen, niets is te gek bij de vele aanbieders in Aqaba. Het vaarverkeer wordt door politie op zee goed in de gaten gehouden, want elke organisator moet in zijn eigen gebied blijven. Niet alleen om de veiligheid op het water te garanderen, maar ook omdat je je – als je niet oplet – binnen no-time in het vaarwater van Israël bevindt. Op hemelsbreed enkel 5 kilometer ten westen van Aqaba ligt namelijk de Israëlische badplaats Eilat. De grens tussen Israël en Jordanië wordt dus niet alleen op het land streng bewaakt, maar ook op het water. Verder heb je vanaf Aqaba uitzicht op Egypte en zit je vlakbij de grens met Saudi-Arabië, beide landen liggen aan dezelfde inham van de Rode Zee als Israël en Jordanië.

Tot slot: bezoek tijdens de zonsondergang een keer de moskee Sheikh Zayed. Wij kwamen hier per toeval terecht en het is een van de mooiste herinneringen die ik aan Jordanië overhoud.

Na vijf geweldige bestemmingen in twaalf dagen is het helaas weer tijd om terug naar Nederland te vliegen vanaf Queen Alia International Airport. Vanaf Aqaba is het iets minder dan 4 uur rijden naar het vliegveld van Amman, waar je vervolgens de huurauto weer inlevert. Het einde van een onvergetelijke roadtrip. Jordanië, shukran!

Meer weten over deze bucketlist-bestemming? Neem een kijkje bij mijn andere blogs over Jordanië. Of vlieg mee naar een andere bestemming!

Heb je vragen over mijn gemaakte reizen, of lijkt het je leuk om samen te werken? Stuur me gerust een mailtje op floraflies.nl@gmail.com of een DM op Instagram.

Flying solo: 3 dagen Barcelona

In deze blogpost geef ik je een kijkje in mijn reisdagboek van mijn solotrip in mijn favoriete stad: Barcelona. Spanje – het land waar ik vroeger veel zomers heb gespendeerd en waar ik inmiddels de taal een beetje van spreek – bleek een ideale en vertrouwde bestemming.

Dinsdag, 29 oktober 2019

Om 13:00 word ik afgezet op Schiphol en daar ga ik dan: in mijn eentje naar Barcelona! Met heel veel zin en een klein beetje spanning stap ik twee uur later in het vliegtuig. Oortjes in, Netflixje aan. Voor ik het weet ben ik in Barcelona en word ik omringd door palmbomen, een zonnetje en zwart-gele taxi’s. Lekker om de Spaanse taal om me heen te horen, heerlijk om hem nu ook zelf te spreken. Vanaf Plaça de Catalunya is het een klein kwartiertje lopen naar mijn hostel: Kabul. Mijn eerste hostelervaring, maar ik weet wat ik ervan kan verwachten door erover gelezen te hebben. Slaapmasker, oordopjes, slippers: check. En die zou ik nodig gaan hebben ook, maar daar kom ik later op terug.

Lees ook: Wat is een hostel? Alles voor jouw (eerste) verblijf in een hostel

Het is namelijk nog maar 18:30 als ik incheck en er staat wat groots op de planning: FC Barcelona – Valladolid. Al snel hoor ik dat ik niet de enige ben die naar Camp Nou gaat. De eerste ontmoeting met andere reizigers is een feit. Samen met David (Amerika), Marc (Canada), José (Trinidad) en Suvesh (India) stap ik de metro in. Niet voordat we een plastic bekertje rode wijn hebben geat trouwens. Vamos. We hebben allemaal een andere plek in het stadion, maar dat mag de pret niet drukken. Eenmaal binnen sturen we allemaal een foto vanaf waar we zitten. Ik zit achter de goal aan de zuidkant. Vak 118, rij 12, stoel 1. Mijn tweede keer in het Camp Nou stadion. Niet minder indrukwekkend. Ik maak de nodige foto’s en filmpjes, haal wat te eten en neem plaats op mijn stoeltje. Ik zit naast 2 aardige Catalanen van een jaar of 60, die elke week op deze rij 12 zitten. Met hen raak ik leuk aan de praat. Zijn kleinzoon heeft nog tegen Bojan Krkic in de jeugd gespeeld, vertelt de Catalaan naast me trots.

Als de spelers opkomen is daar mijn eerste kippenvel-momentje. Met gepaste trots draag ik mijn Frenkie-shirtje van MIKKY KI en zie ik hem het veld opkomen onder luid applaus. Het clublied zing ik uit volle borst mee, net zoals alle Spanjaarden om mij heen. En dan luidt het fluitsignaal van de scheids. We zijn begonnen. Na een paar minuten spelen valt hij al, de 1-0 van Lenglet. Aan de kant waar ik zit. Een heel wedstrijdverslag zal ik je besparen, die valt terug te vinden op het internet. Wat ik wel moet noemen is de vrije trap van de G.O.A.T. Lionel Messi. Bij een stand van 2-1 in de eerste helft staat Messi achter de bal. Zoals je hem kent: handen in zijn zij, even een veeg door zijn baardje, focus in zijn ogen. Het publiek begint te klappen met de handen. Steeds sneller. Totdat Messi tegen de bal aantrapt. Hij krult de bal perfect in de korte hoek met zijn linker, in de goal waar ik recht achter zit. Het publiek scandeert zijn naam. Je voelt aan alles wat een grootheid hij is voor de voetbalfans. Steeds als hij in de hoek bij de vlag de bal klaar legt om een corner te nemen, kruipen de toeschouwers naar hem toe en roepen ze zijn naam. Als hij de bal heeft is er bewondering. FC Barcelona tegen Valladolid, dinsdagavond 29 oktober. Het is de wedstrijd van Lionel Messi. Waarin hij met twee assists en twee goals zijn team naar een 5-1 overwinning sleept. Frenkie speelt een keurige wedstrijd. Hij raakt helaas licht geblesseerd vlak voor de rust en wordt vanaf minuut 60 gespaard door zijn coach.

Na de wedstrijd verlaat ik het stadion en spreek ik weer af met mijn reisvrienden – ja, zo noem ik ze al – om samen terug te keren bij het hostel. Zij drinken nog een biertje daar. Ik ben vermoeid na mijn reisdag en alle indrukken en keer naar mijn dorm. Met 21 anderen lig ik op kamer 203 en ik ga opzoek naar bed C. De bovenste van het stapelbed helaas. Mijn kluisje is ook de bovenste, maar ik kan daar niet bij vanuit mijn bed. En het stapelbed heeft geen trappetje. Vul verder zelf maar in hoe dat gaat. Het is in ieder geval nogal onhandig met mijn trolley, rugzak en toilettas. Gelukkig heb ik van tevoren al mijn pyjama, slaapmasker, oordopjes en andere benodigdheden bovenop mijn bed gelegd, dus daar hoef ik niet meer naar te zoeken. Ik pak nog een douche – en ben blij dat ik mijn slippers bij me heb -, klim (letterlijk) mijn bed weer in en doe mijn nachtlampje uit. Dat ik om half 2 ’s nachts ga slapen betekent uiteraard niet dat het stil is op de kamer. Het licht gaat om de zoveel tijd aan en uit, de deur open en dicht en hier en daar hoor je het gesnurk van een kamergenoot. Hier komen dus mijn slaapmasker en oordopjes goed van pas. Ik val uiteindelijk in slaap en word om de zoveel tijd wakker van een geluid, maar ik maak een prima eerste nacht. En ik mag niet klagen, want ik kijk terug op een geweldige eerste avond in Barcelona!

Woensdag, 30 oktober 2019

Om half 9 gaat mijn wekker, hoewel de eerdere wekkers van anderen me ook al hadden gewekt. Ik fris me op en ga naar de gemeenschappelijke ruimte, waar tussen 8 en 10 gratis ontbijt klaar staat. Hier moet je dus uiteraard niks van verwachten, maar je bent een reiziger en gratis is gratis. Ik pak een yoghurtje en een broodje en besluit te zitten naast een andere vrouw, die tot dan toe alleen zat. Claudia, uit Argentinië. We raken gezellig aan de praat en besluiten om samen om half 11 aan te sluiten bij de Walking Tour die door Tour Me Out georganiseerd wordt. Ik was sowieso al van plan om met deze Walking Tour mee te gaan, maar het is leuk om alvast iemand te kennen die ook mee gaat lopen. We hebben twee opties: de Gotische tour en de Gaudí tour en kiezen voor de laatste.

Onder leiding van Dan uit Schotland gaan we langs vier werken van Gaudí en hij vertelt ons over deze bijzondere architect. Normaal blijf ik trouwens het liefst zo ver mogelijk uit de buurt van alles wat met geschiedenis en kunst/cultuur te maken heeft. Mij zal je niet in een museum tegenkomen en ik kijk altijd met een cynische blik naar toeristen die met een oortje in naar een gids luisteren. Gaudí heeft mij echter altijd al geïnteresseerd. Het is niet mijn eerste keer Barcelona, dus ik wist al van zijn bestaan en de hoofdlijn van zijn verhaal. Gids Dan weet mij nog meer te laten verdiepen in het leven van de architect, waardoor ik logischerwijs ook de architectuur meer kan waarderen. Wat me het meeste bij zal blijven is de eigenwijsheid, of misschien unieke wil van Gaudí. Als men zijn kunstwerk mooi vond, was hij niet tevreden. Hij maakte het dan nog frappanter en eigenzinniger om het een jaar later opnieuw te presenteren. De reacties daarop waren vervolgens in de trant van “wat moet dít nou weer voorstellen”, “dit is helemaal niet mooi”. Precies de reacties waarbij de architect wél tevreden was.

De Walking Tour is dus in ieder geval een erg leuke ochtendbesteding. Ik raak ondertussen weer aan de praat met nieuwe mensen uit onder andere Brazilië en Qatar. We sluiten af bij de Sagrada Familia, die ik inmiddels voor de vierde, vijfde (?) keer zie, maar dit keer weer op een andere manier. Hij is uiteraard nog steeds niet af, dus elke keer zie ik weer een extra toren. Ik schrijf even op dat het verwachte jaar waarin de Sagrada Familia af zou moeten zijn 2026 is. Op het moment van schrijven, oktober 2019, is de hoogste toren zo’n 107 meter hoog. Er moeten nog veel torens bijgebouwd worden, waarvan de hoogste rond de 183 meter gaat worden. Dus ik vermeld hier ook meteen bij dat ik denk dat 2026 iets te ambitieus is. Maar goed. Ik ben benieuwd in welke staat ik de Sagrada Familia de volgende keer aantref.

Terug naar het einde van de Walking Tour. De meeste reisgenoten keren terug naar het hostel. Ik heb de smaak wel te pakken. Het is mooi weer – zo’n 22 graden met een zonnetje – en er is nog genoeg te zien. Claudia heeft contact met haar vrienden uit Argentinië, waarvan er een aantal ook in Barcelona zijn. Ze nodigt me uit om met haar en een Argentijnse vriend van haar ergens wat eten te scoren. Ik neem die uitnodiging graag aan; leuk om weer iemand te ontmoeten, goed voor mij om Spaans te spreken en last but not least, het is 14:00 en ik heb wel trek in een broodje. We gaan met zijn drieën naar een bakker, eten een bocadilla en praten wat af.

Een uur later ga ik zelf verder op pad. Continu Spaans spreken is leuk, maar erg vermoeiend moet ik toegeven. Bovendien vind ik het juist wel leuk om in mijn eentje door de stad te slenteren en te kijken waar ik uitkom. Hoewel, ik heb in ieder geval één plek in het vizier. Universitat Pompeu Fabra (UPF) in de wijk Poblenou. De universiteit die op dit moment boven op mijn lijstje staat van universiteiten waar ik volgend jaar wil studeren.* Ik loop via de Arco de Triunfo naar Parc de la Ciutadella. Een beetje het Central Park van Barcelona, maar dan lieflijker. Terwijl ik door het park loop, langs de vijver bij de Cascada, weet ik het zeker. Of het nou volgend jaar is tijdens mijn studie, een jaar later tijdens een stage, of nog wat jaren later in mijn carrière… Barcelona gaat een keer mijn thuisbasis zijn (sorry pap en mam).

Vanaf het park neem ik de bus naar UPF en loop ik wat rond over de campus, wat meteen goed voelt. Ik besluit mijn middag bij een voor mij bekende plek, Plaça d’Espanya, op het dak van Arenas de Barcelona. Een heerlijk plekje. Even met de lift omhoog en je bent verwijderd van de menigte, terwijl je de drukte onder je verder ziet gaan. Eenmaal terug bij het hostel neem ik een biertje, terwijl ik door mijn gemaakte foto’s struin. Om 20:30 staat er een gratis diner klaar. Ik hoop wat aansluiting te kunnen vinden bij de andere reizigers in de gemeenschappelijke ruimte, om met hen een leuke avond te hebben richting een pub crawl, maar dat blijkt niet het geval. Weinig leeftijdsgenoten, maar vooral ook niet mijn type mensen. En dus besluit ik om een douche te pakken en op tijd naar bed te gaan. Ik kijk voldaan terug naar deze eerste volle dag. Op veel plekken geweest. Veel Spaans gesproken. Genoten van het zonnetje. Morgen weer een nieuwe dag. Zin in.

*Update 1: la Universitat de València heeft de UPF toch nog van de troon gestoten. Ik ben inmiddels geaccepteerd in Valencia, waar ik vanaf september 2020 een semester zal studeren! Barcelona zal dus ongetwijfeld later nog eens mijn thuis worden.

Update 2: Zoals bij vele anderen gooide COVID-19 ook bij mij roet in het eten. Mijn exchange semester in Valencia heeft helaas geen plaats kunnen vinden.

Donderdag, 31 oktober 2019

Mijn wekker gaat wederom om half 9. Opfrissen, ontbijten. Ik begin er al wat handiger in te worden, leven vanuit een stapelbed en een kluis. En ik heb een plan. Om 10:00 sta ik bij fietsverhuur Barcelona Rent a Bike. Het is mijn laatste volle dag Barcelona alweer en ik wil nog naar een aantal plekken: Montjuïc, Barceloneta, Parc Guëll en Bunkers del Carmel. En je bent een Nederlander of je bent het niet. Dus daar ga ik, op mijn ‘Dutch bike’, op weg naar de kabelbaan die me naar het kasteel Montjuïc gaat brengen. Waar ik alleen niet aan gedacht had, is dat dat een stuk omhoog fietsen is. Ja, dat het kasteel ergens op 200 meter hoogte ligt, weet ik wel. Maar daarom is er een kabelbaan toch, die je omhoog brengt? Mijn beenspieren vertellen me het tegendeel. Ik moet al flink tegen een heuvel op trappen. En oh ja, mijn versnellingen doen het niet, dus het is een flink karwei in de derde versnelling. Voor alles een oplossing. Ik zie een bushalte en besluit mijn fiets daar gewoon te parkeren. Het duurt wel even voordat de volgende bus komt. Het is ten slotte Spanje en je weet niet op welk tijdstip ze besluiten eens langs te komen. Maar na twintig minuten wachten zit ik dan in de bus die me naar de kabelbaan brengt.

Ik word afgezet bij la Piscina Municipal de Montjuïc, waar ik me even onder het genot van een colaatje verbaas over het uitzicht over de stad. En dan ben ik nog niet eens omhoog met de kabelbaan. Deze brengt me uiteindelijk naar het kasteel boven op de heuvel. Het kasteel zelf heb ik alleen van buitenaf gezien (lees: Gaudí gister was al heel wat cultuur gesnuif, en er staat nog zat cultuur vandaag op de planning). Het uitzicht daarentegen kan ik wel waarderen. Gaaf hoe je in zo’n grote stad in zo’n korte tijd aan de drukte ontsnapt. Of dat nou in het park is, op het dak van de arena of bovenop de Montjuïc.

Lees ook: Eén dag in Barcelona: wat je niet mag missen

Na een even mooie kabelbaantocht terug naar beneden, zoek ik weer de juiste buslijn op. Wel zo handig dat ik weer bij mijn fiets afgezet word namelijk. Ja hoor, daar staat hij nog. Nu mag ik naar beneden fietsen en is versnelling drie zo gek nog niet. Op naar het strand van Barceloneta. Tijd om even lekker ergens neer te ploffen met een biertje en Spaanse tapas. Ik kies een tafeltje met uitzicht op zee en hotel W, bij een gezellig, simpel strandtentje. Een Desperados, patatas bravas y pan con tomate, por favor. Side note: dit waren de lekkerste patatas bravas ooit. Of misschien had ik gewoon erge trek, scheen het zonnetje lekker en was ik in mijn nopjes. Anyways, het smaakte goed allemaal. Bo Kaap heette het tentje.

Ik neem even de tijd om de sociale media checken, wat ik tot nu toe niet veel heb gedaan, en een update naar het thuisfront sturen. Om vervolgens door de gotische wijk richting Plaza de Catalunya te fietsen, waar ik mijn fiets weer inlever rond 15:30. Ik moet weer verder met de metro, – wat ik overigens geen straf vind, tenzij het ongelofelijk druk is, oké vaak wel een straf dus – om bij station Alfons X uit te komen. Vanaf hier pak ik de bus naar Parc Güell. Mijn ticket voor het tijdslot van 17:00 had ik gisteravond al bemachtigd. Niet in de rij dus, ik mag gelijk naar binnen.

Uiteraard maak ik de nodige fotootjes bij de mozaïeken bankjes en de pilaren. Althans, die laat ik dus maken, want ik ben alleen op pad. Nu zou ik er lang bij stil kunnen staan dat dit ongemakkelijk is, maar ik herinner me de uitspraak van soloreizigster Liesbeth Rasker: “het ongemakkelijke moment duurt maar even, de foto heb je voor het leven.”. Ik begin inmiddels ook door te krijgen aan wie je het beste kan vragen een foto van je te maken. Vaak zie ik meiden van mijn leeftijd die foto’s van elkaar aan het maken zijn en vraag ik aan hen of ze het leuk vinden als ik een foto van ze maak. Vervolgens vraag ik of zij er een van mij kunnen maken, op dezelfde manier. Grote kans van slagen. In Parc Güell vraag ik het dus aan twee meiden van begin twintig, die er een heuse fotoshoot van maken. Nee, dat overdrijf ik, maar ik vertrouw er in ieder geval op dat er een goede foto tussen zit.

Ik struin nog wat door het park, maar niet te lang, want ik wil naar mijn volgende en tevens laatste bestemming van vandaag: Bunkers del Carmel. Daarvoor moet ik nog een stukje verder omhoog met de bus en een laatste straat omhoog ter voet. De slotklim bestaat uit een ongelijke, lange trap omhoog, dus voor de tweede keer vandaag beginnen mijn kuiten te verzuren. De finish doet me dat overigens meteen vergeten. Bovenaan de trap verschijnen resten van bunkers, vanaf waar studenten, stellen, gezinnen en zelfs een verdwaalde hond de geweldig mooie zonsondergang zitten te bekijken. Vanaf hier heb je uitzicht over letterlijk de hele stad. Ik spot de Sagrada Familia en zie dat de lichtjes op de hijskranen al branden. Aan de kust zie ik Hotel W liggen, waar ik vanmiddag nog langsfietste. En de Montjuïc daar iets verder naar rechts, vanaf diens perspectief ik de stad vanmorgen nog bewonderde. De lucht kleurt roze, paars en oranje terwijl de zon langzaam achter de berg verdwijnt. Wederom een plek waar je ontsnapt uit de drukte van de stad, terwijl je kan genieten van de grootsheid ervan. Ik hou ervan.

Ik besluit even later weer de tocht naar beneden in te zetten en laat me een half uur later door de metro bij station Liceu afzetten, op la Rambla, en dus vlak bij mijn hostel. Nog even de twijfel: een gratis, maar kwalitatief slechte maaltijd in het hostel of zelf ergens wat te eten halen. Ik kies voor het laatste, loop een rondje over de overdekte markt Mercat de la Boqueria en eindig met een crêpe. Die overigens alsnog niet te eten is. Zonde, want ik lééf echt voor Spaanse overdekte markten. Maar aan toeristisch la Rambla moet je natuurlijk ook niet zijn. Het is een uur of negen als ik bij mijn hostel terugkeer. Ik bel even met mijn ouders, neem weer een douche en ga redelijk op tijd slapen. Morgen vertrek ik naar Madrid. Ik heb veel van Barcelona gezien. Ik heb leuke contacten overgehouden aan de eerste dagen. En ik heb vooral heel veel zin om naar Madrid te gaan. Nieuwe stad. Nieuw hostel. Nieuwe mensen. ¡Vamos!

Meer weten over dit populaire vakantieland? Neem een kijkje bij mijn andere blogs over Spanje. Of vlieg mee naar een andere bestemming!

Heb je vragen over mijn gemaakte reizen, of lijkt het je leuk om samen te werken? Stuur me gerust een mailtje op floraflies.nl@gmail.com of een DM op Instagram.